D’Artagnan, de beminde belegeraar van Maastricht

Musketier Maastricht herdenkt de Franse vechtjas D’Artagnan die sneefde voor de poorten van de stad, ziet Paul van der Steen.

In het stadspark in Maastricht staat een beeld ter nagedachtenis van D’Artagnan. Beeld is van Alexander Taratynov, onthuld op 21 juni 2003.
In het stadspark in Maastricht staat een beeld ter nagedachtenis van D’Artagnan. Beeld is van Alexander Taratynov, onthuld op 21 juni 2003. Foto JEAN-PIERRE GEUSENS / ANP

De naam Charles Batz de Castelmore zal bij weinig mensen een lichtje doen branden. Als graaf van Artagnan en vierde musketier naast de befaamde ‘drie musketiers’ uit de gelijknamige roman (1844) van Alexandre Dumas geniet hij wel grote faam. Komende zondag wordt herdacht dat hij op 25 juni 1673, 350 jaar geleden, voor de Tongersepoort, een van de poorten van Maastricht, op 62-jarige leeftijd sneuvelde.

Hij was een van de 45.000 Franse belegeraars van de stad die tijdens de Frans-Nederlandse oorlog (1672-1678) op dat moment in handen was van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Na een bestorming werd de graaf teruggevonden met een musketkogel door de keel. D’Artagnan moet ergens in of rond de stad zijn laatste rustplaats hebben gekregen. Waar, is nog altijd een raadsel.

Maastricht heeft een Castelmore-laan en een D’Artagnanlaan en kent maar liefst vier monumenten ter ere van de Fransman.

Zonnekoning

Nu, 350 jaar na het beleg, komt hij ook langs in twee tentoonstellingen in Limburg, een grotere in het Limburgs Museum in Venlo onder de titel De zonnekoning en Oranje en een kleinere met de naam Maastricht 1673. De Zonnekoning, ofwel Lodewijk XIV, verovert de stad in het Centre Céramique in Maastricht. En er wordt een spektakelstuk opgevoerd: Le Tombeau d’Artagnan waarin de Maastrichtse burgemeester Annemarie Penn zich in de rol van ‘de stad’ ontfermt over de gesneuvelde D’Artagnan. Wat heeft geleid tot enig gesputter in de gemeenteraad waar de lokale FVD-voorman „de verering van D’Artagnan” ongepast vond.

In 1673 was D’Artagnan kapitein van de witte musketiers en een van de vooraanstaande officieren in het Franse leger, die sneuvelde tijdens het beleg. Lodewijk XIV, op iets veiliger afstand aanwezig bij dat beleg, schreef er wel over aan zijn vrouw: „Madame, ik heb D’Artagnan verloren, in wie ik het grootste vertrouwen had en die altijd goed voor me was.” Ook een kaart, waarschijnlijk van net na het beleg, pronkstuk van de expositie in Maastricht, vermeldt zijn dood. Echt beroemd werd D’Artagnan pas door ‘zijn’ in 1700 gepubliceerde fictieve memoires en nog meer door de al genoemde avonturenroman De drie musketiers van Dumas.

Deugd en loyaliteit

Voor Frankrijk bleef D’Artagnan een grote held, vertelt Wim Hupperetz, directeur van het Centre Céramique en bijzonder hoogleraar Musea, erfgoed en digitaal curatorschap aan de Universiteit van Amsterdam. „D’Artagnan duikt ook op in het net uitgekomen film Les trois mousquetaires, met een productiebudget van 72 miljoen euro, het grootste ooit voor een Franse speelfilm. Als man van deugd en loyaliteit vertegenwoordigt hij de Franse ziel.”

Is dat ook een verklaring voor de bewondering in Maastricht, de meest Franse stad van Nederland, waar zelfs het plaatselijk dialect sporen van het Frans draagt? Hupperetz wijst op wat anders: „Misschien vergeten we wel het perspectief van toen. Maastricht was een katholieke stad in handen van een protestantse republiek, belegerd door een katholieke koning. Waarschijnlijk had een deel van de burgers sympathie voor Lodewijk XIV. Maastricht kende D’Artagnan bovendien. Een paar jaar daarvoor had hij met andere Franse militairen de stad helpen verdedigen, toen die werd bedreigd door een andere vijand. Internationale verhoudingen en coalities wisselden voortdurend.” Maastricht viel op 30 juni 1673, vijf dagen na de dood van D’Artagnan.